2.3 Predisponerende of voorbeschikkende factoren

Laten we even stilstaan bij die predisponerende of voorbeschikkende factoren. Predisponerende factoren zijn factoren die reeds aanwezig zijn bij de zorgvrager. Het zijn deze factoren die de kwetsbaarheid van de zorgvrager bepalen voor het ontwikkelen van een delier. 

Met andere woorden: als jij één of meerdere van onderstaande factoren vaststelt bij jouw zorgvrager, dan heeft deze een verhoogde gevoeligheid voor het ontwikkelen van een delier:

  • Hoge leeftijd, voornamelijk > 70 jaar 
  • De aanwezigheid van een ernstige ziekte, zoals bijvoorbeeld COPD, kanker en/of meerdere chronische aandoeningen, zoals bijvoorbeeld MS… 
  • Langdurig gebruik of vermoeden van alcoholmisbruik en/of psychoactieve medicatie 

Ook de factoren in onderstaande figuur verhogen de gevoeligheid voor het ontwikkelen van een delier. In de regel zijn voorbeschikkende factoren moeilijk te beïnvloeden. Door preventieve maatregelen, zoals geformuleerd in 2.8, kan je de kans op een delier verkleinen.

Oefening

We gaan even terug naar de casus van mevrouw Boonen.

Onder deze knop vind je haar medicatielijst terug: 

Ten gevolge van haar cardiale problematiek neemt zij volgende medicatie:
  • 1 tablet Asaflow® 80mg /dag
  • 1 tablet bisoprolol 2,5mg/dag
  • 1 tablet ramipril 2,5mg /dag
  • 1 tablet Spironolactone EG® 25mg /dag
  • 1 tablet atorvastatine 20mg /dag
Voor haar osteoporose neemt zij:
  • subcutane inspuiting Prolia® 60mg / elke 6 maanden
  • 1 tablet Calcium D-forte /dag
Daarnaast neemt ze bijkomend ook nog:
  • 1 tablet Pantomed® 40mg /dag

Bekijk hieronder het filmpje opnieuw, indien nodig

Nadenkoefening

Over welke voorbeschikkende factoren heb je op dit moment nog geen informatie en bevraag je best aan mevrouw Boonen zelf of aan haar dochter, de mantelzorger van mevrouw Boonen? 

 

Stel jezelf de vraag of je voldoende informatie hebt over haar cognitieve toestand.

  • Zijn er reeds geheugenproblemen aanwezig?
  • Heeft zij in het verleden al een delier doorgemaakt?

Stel jezelf de vraag of je voldoende informatie hebt over haar fysieke toestand. 

  • Mevrouw Boonen woont alleen, maar heeft zij ondersteuning nodig voor het uitvoeren van haar ADL activiteiten?
  • Stapt zij met een loophulpmiddel?