2.2 Risicobepaling voor delier

Niet alle zorgvragers lopen een even hoog risico op het ontwikkelen van een delier. Dit maakt dat een delier ook géén normaal verouderingsverschijnsel is. Het hoort er dus niet zomaar bij als je een dagje ouder bent. Daarom is het noodzakelijk dat jij bij elk eerste contact met een nieuwe zorgvrager steeds het risico op een delier bepaalt.  

Hoe ga je te werk? Dat leggen we graag even uit.  

  • Je gaat bij de zorgvrager actief op zoek naar die factoren die het ontstaan van een delier in de hand werken. Over het algemeen wordt een delier veroorzaakt door een combinatie van factoren:
    • Predisponerende of voorbeschikkende factoren 
    • Precipiterende of uitlokkende factoren

      Door een anamnese uit te voeren tijdens het eerste contactmoment kom je deze informatie te weten.  

  • Soms is het moeilijk de zorgvrager te bevragen waardoor je niet de informatie krijgt die je nodig hebt om goede preventieve zorg te geven.  Voornamelijk bij zorgvragers met cognitieve problemen is het daarom belangrijk ook de mantelzorgers te bevragen, voornamelijk over de premorbidecognitieve en functionele toestand van de zorgvrager. Volgende vragen kan je als voorbeeld gebruiken: 
    • Is er reeds thuiszorg ingeschakeld? 
    • Hoe zou u het gehoor, zicht en spraakvermogen van uw naaste omschrijven? 
    • Gebruikt uw naaste hulpmiddelen zoals bv.: bril, gehoorapparaat, kunstgebit, loophulpmiddelen? 
    • Is er sprake van abnormale vergeetachtigheid of verwardheid?