5.1.3 Hoe komt het dat het delier aanwezig is bij mevrouw Greuters?

De derde belangrijke vraag die je jezelf nu moet stellen is: Hoe komt het dat het delier nu aanwezig is bij mevrouw Greuters? 

Het doorlopen van de ABCDEF-cyclus helpt om op procesmatige wijze voldoende relevante gegevens te verzamelen én te analyseren die jou zullen helpen in de preventie én behandeling van het delier. Op basis van de verzamelde gegevens kan jij immers, in samenspraak met het interdisciplinaire team, passende interventies stellen ter behandeling van het delier bij de zorgvrager.

Wil je hier meer informatie over?

Wat weet je al over mevrouw Greuters na de anamnese en hetero-anamnese? Denk zelf eens na en overloop de ABCDEF-cyclus. Klik nadien op elk onderdeel om feedback te krijgen.

  • Mevr. Greuters reageert op aanspreken.
  • Ze haalt geluidloos adem. Er is geen sprake van afwijkende ademgeluiden zoals stridor, snurken, rochelen of heesheid.
  • Mevr. Greuters heeft een normaal ademhalingspatroon, waarbij ook geen indicaties zijn van gebruik hulpademhalingspieren, cyanose…
  • Je kan eventueel wel de saturatie en ademhalingsfrequentie meten om zo niets over het hoofd te zien.
  • Om circulatieproblemen te herkennen is het van belang de hartfrequentie en de bloeddruk te monitoren bij Mevr. Greuters.
  • Ze heeft een roze huidskleur, vertoont geen tekenen van anemie.
  • Mevr. Greuters is volledig bij bewustzijn en aanspreekbaar.
  • Je kan zeker bevragen en observeren of er hoofdpijn aanwezig.
  • Wel merk je op dat ze aandachtstoornissen heeft. Dit is een aanwezig symptoom van het delier.
  • Observeer de huid van Mevr. Greuters van naderbij: ga na of ze zweet, huidturgor heeft, klam aanvoelt… en meet haar temperatuur.
  • Observeer de pijn volgens een aangepaste meetschaal. Kan Mevr. Greuters correct antwoorden wanneer je een VAS/NRS gebruikt?
  • Verzamel aanvullende gegevens om een beter zicht te krijgen op het geheel:
    • Observeer en rapporteer tekenen van infectie (wondinfectie, urineweginfectie, respiratoire infectie).
    • Observeer en rapporteer verschijnselen van dehydratatie.
    • Observeer en rapporteer tekenen van urineretentie (globus, urine-output).
    • Observeer en rapporteer tekenen van medicatie-interacties (polyfarmacie). Zijn er recente wijzigingen in medicatie, controleer op neveneffecten, neemt de zorgvrager medicatie die met delier geassocieerd wordt?
    • Observeer en rapporteer tekenen van hypoglycemie (< 60mg/dl). Wanneer heeft de zorgvrager gegeten en wanneer werd insuline/orale antidiabetica gegeven?
    • Observeer en rapporteer tekenen van zintuiglijke stoornissen: bril/gehoorapparaat/over- of onderstimulatie van de zorgvrager.
    • Observeer en rapporteer slaap-waakritme.
    • Observeer en rapporteer tekenen van immobiliteit.
    • Observeer en rapporteer tekenen van constipatie.

Ook de arts voerde een lichamelijk onderzoek uit om na te gaan welke oorzaken er kunnen zijn om het delier te verklaren en zo te behandelen.